De boekwaarde van de verbonden partij is nihil. Eind juni 2011 zijn alle CBL contracten vervroegd beëindigd. Het vermogen in het CBL Escrow Fonds was initieel $ 250 miljoen. Na aftrek van het bedrag dat nodig was voor de voortijdige beëindiging van de CBL-contracten resteerde een bedrag van $ 20 miljoen. In 2016 kon het CB Escrow Fonds geliquideerd worden. Na aftrek van advocaatkosten voor advies- en afwikkelingskosten, resteert voor zowel RWE als de aandeelhouders $ 9,65 miljoen. Besloten is om nog $ 1 miljoen aan te houden voor vanwege eventueel nakomende advies- en afwikkelingskosten, waardoor $ 8,65 miljoen is uitgekeerd (Overijssels aandeel € 1,44 miljoen).

Ondanks dat het Escrow Fonds in juni 2016 is uitbetaald en geliquideerd, dient de vennootschap nog in stand gehouden te worden tot en met 2019. Reden hiervoor is dat de vennootschap partij is in een aantal juridische overeenkomsten die bij de verkoop van Essent aan RWE zijn afgesloten.

-

Het aandelenbezit van de provincie Overijssel vertegenwoordigt een boekwaarde van € 19.000.

Het Gerechtshof Den Haag heeft Delta, Eneco en Essent in 2010 in het gelijk gesteld en het zogenaamde groepsverbod en het verbod op nevenactiviteiten onverbindend verklaard. De Staat is tegen de arresten van het Gerechtshof vervolgens in cassatie gegaan. De Hoge Raad heeft besloten dat de Splitsingswet niet in strijd is met het recht van de Europese Unie. Met deze uitspraak van de Hoge Raad zijn de vorderingen van Essent op de Staat definitief afgewezen. Voor de vennootschap is de procedure daarmee geëindigd.

De garantie- en aansprakelijkheidsbedragen vanuit de verkoop van Attero aan Waterland (d.d. 27 mei 2014) worden gereserveerd op een geblokkeerde rekening (Escrow). Voor deze transactie is bepaald dat  € 13,5 miljoen (provinciaal aandeel € 2,5 miljoen) ten laste van de verkoopsom in Escrow gestort moet worden. In 2016 is hiervan € 5,5 miljoen aan belastingclaims uitgekeerd aan Waterland, waardoor nog  € 8 miljoen resteert. Omdat het onzeker is of de Escrow ten gunste van de provincie zal komen, is ons aandeel in de vordering (€ 1,5 miljoen) volledig voorzien in de Voorziening afwikkeling verkoop Attero  Escrow. De Escrow kent een looptijd tot en met 2019.

-

Het aandelenbezit van de provincie Overijssel vertegenwoordigt ultimo 2016 een boekwaarde van € 100. De provincie staat garant voor het door Energiefonds Overijssel aan te trekken werkkapitaal. April 2017 is in de Algemene Vergadering besloten deze garantstelling met € 3 miljoen uit te breiden tot maximaal € 15 miljoen (vermeerderd met 10% vanwege rente en kosten). Alle bijdragen vanuit het fonds worden terugbetaald of terugverdiend. Het fonds beoogt een (netto) financieel rendement van 0,5 % te realiseren.

Bij de vaststelling van de Begroting 2016 hebben uw Staten ingestemd met een verlaging van de fondsomvang van € 250 miljoen naar € 200 miljoen revolverend, zoals opgenomen in het Coalitieakkoord (PS/2015/687).

Over de in het Coalitieakkoord aangekondigde aanpassing van de criteria van het fonds heeft inmiddels besluitvorming plaatsgevonden (PS/2017/298). De door te voeren wijzingen zijn:

• Verlaging doelrendement energie naar minimaal 3 Petajoule/jaar
• Verlaging financieel streefrendement van 2% naar 0,5%;
• Toestaan van twee vormen van alternatieve windenergieprojecten mits technisch vernieuwend en het kleine om (< 25 m) en bestemmingvrije windmolens gaan
• Looptijd van projecten verhogen tot maximaal de technische levensduur
• Verruiming voorwaarden voor bijdragen aan innovatieve projecten
• (Energie)infrastructuurprojecten toegang geven tot het fonds
• Loslaten eis van (initiële) medefinanciering onder gelijke voorwaarden bij lening.

Het is de verwachting dat in 2018 de € 200 miljoen aan middelen is uitgezet bij projecten. Omdat bij aanvang van het Energiefonds revolverendheid niet aan de orde was, is een deel van de uitgezette middelen uitgeleend met een aflossing aan het eind van de looptijd (over 10 jaar): de geborgde (=risicoloze) leningen aan woningcorporaties. Als gevolg daarvan is er de komende 10 jaar een beperkte kasstroom van circa € 6 miljoen terug naar het Energiefonds. Deze is niet toereikend om aan de vraag van de markt (jaarlijks naar verwachting ruim € 25 miljoen) voor nieuwe investeringen te voldoen.

Om deze dip op te vangen, zijn tijdelijk liquiditeiten benodigd, zodat op termijn een meer constante uitzetting kan plaatsvinden binnen de gemaximaliseerde fondsinleg van € 200 miljoen. We onderzoeken of hiervoor ruimte is om dit op te vangen binnen onze tijdelijk overtollige liquiditeit en / of mogelijk externe financiering. We geven hierover bij de Monitor Overijssel 2017-II uitsluitsel.

www.energiefondsoverijssel.nl

De boekwaarde van de aandelen van de Houdstermaatschappij ultimo 2016 is gelijk aan het gestorte bedrag van € 24,2 miljoen, verminderd met een voorziening die is getroffen op de waarde van de in Innovatiefonds II B.V. (IFO II) ingebrachte leningenportefeuille. Op basis van de jaarcijfers van de Houdstermaatschappij is deze voorziening vastgesteld op € 5,2 miljoen, zodat een boekwaarde is bepaald van € 19,0 miljoen.

Innovatiefonds I B.V. (IFO I) kan maximaal € 25,3 miljoen investeren in de vorm van participaties en fonds-in-fonds investeringen. Dit bedrag wordt jaarlijks opgehoogd met de middelen die uit IFO II worden overgeheveld naar IFO I. IFO II mag tot € 16,2 miljoen investeren in de vorm van Innovatieleningen en Innovatiekredieten. Jaarlijks wordt dit bedrag verlaagd met de middelen die van IFO II worden overgeheveld naar IFO I  (PS/2016/1110).

Houdstermaatschappij

Begin 2017 stemde u in met de Strategische beleidsplannen van de Houdstermaatschappij en haar werkfondsen 2016-2018 (PS/2016/1110).

Vanaf 2017 wordt uitvoering gegeven aan de Strategische Beleidsplannen en worden de eerste deelnemingen in bedrijven en marktfondsen gedaan.

De ervaringen met de fondsenstructuur zijn wisselend. In het Statenvoorstel over de Strategische beleidsplannen van HFO en de werkfondsen (PS/2016/1110) hebben wij u hierover geïnformeerd. Wij hebben daarbij ook aangegeven dat we de werking van de fondsenstructuur gaan evalueren. De evaluatie is in 2017 afgerond en vervolgstappen zijn in gang gezet.

SPV Hengelo B.V.

In februari 2015 zijn de aandelen van de SPV Hengelo B.V. overgenomen van PPM Oost NV. Het gebouw van Stork Thermeq is in april 2015 overgedragen aan de SPV. Tegelijkertijd is de 25-jarige huurovereenkomst in werking getreden. Het resultaat (huurinkomsten minus erfpacht, kosten en belastingen) van de SPV wordt in eerste instantie gebruikt om een weerstandsvermogen voor onvoorziene risico’s van € 2,4 miljoen op te bouwen. Samen met uw Staten maken wij de keuze of het jaarlijkse resultaat na opbouw van het weerstandsvermogen terug moet vloeien naar de provincie of via het Innovatiefonds Overijssel I B.V. gebruikt kan worden voor nieuwe investeringen. Het maximale investeringsvolume van SPV Hengelo B.V. is € 19,5 miljoen.

Innovatiefonds Overijssel I en II B.V.

U heeft € 41,5 miljoen ter beschikking gesteld  voor het Innovatiefonds, om investeringen mee te doen waarbij private partijen voor € 150 miljoen (mee) investeren, waardoor 2000 nieuwe arbeidsplaatsen worden gerealiseerd. In 2016 heeft IFO II haar eerste innovatielening (€300.000) verstrekt en zes innovatiekredieten van € 75.000 verstrekt. In 2017 is een plafond van € 375.000 gepubliceerd voor het verstrekken van nieuwe innovatiekredieten.

De fondsbeheerder van IFO I heeft in 2017 de eerste participatie gedaan in een marktfonds (fonds-in-fonds investeringen). In 2018 verwachten we nieuwe directe en fonds-in-fonds investeringen van IFO I.

www.hfoverijssel.nl

Het aandelenbezit van de provincie Overijssel vertegenwoordigt een boekwaarde van € 19.000.

In 2011 hebben de partijen betrokken bij het geschil rond EPZ – de exploitant van onder meer kerncentrale Borssele – een minnelijke schikking getroffen. Ten gevolge daarvan is de vervreemding van de aandelen aan RWE afgerond.

Eind 2012 is het tot de definitieve levering van de aandelen gekomen. Aangezien de vennootschap hiermee haar reguliere activiteiten kan beëindigen is besloten voor PBE te voorzien in een versimpelde governance structuur, waarin PBE de zaken af kan wikkelen die uit de verkoop voortkomen.

Ondanks dat het Escrow Fonds in juli 2016 is uitbetaald en geliquideerd (zie Verkoop Vennootschap B.V.), dient de vennootschap nog in stand gehouden te worden tot en met 2019. De reden hiervoor is dat de vennootschap partij is in een aantal juridische overeenkomsten (convenanten) die bij de overdracht  van EPZ aan RWE c.q. Delta zijn afgesloten.

-

De boekwaarde van de verbonden partij en onze vorderingen op haar zijn nihil. Begin 2016 bedroeg de Escrow € 113 miljoen (waarvan provinciaal aandeel € 21,6 miljoen). In 2016 is overeenstemming bereikt over de uiteindelijke claim: € 29,8 miljoen. Per saldo is na liquidatie van de Escrow een bedrag van € 83,2 miljoen vrijgevallen naar de verkopende partijen (Overijssel € 15,5 miljoen). De voor deze verbonden partij opgerichte voorziening is op nihil gesteld.

Deze verbonden partij heeft tot doel de financiële afwikkeling van de transactie Essent-RWE adequaat af te handelen. Bij een verkooptransactie van deze omvang is het gebruikelijk extra zekerheden en garanties te verstrekken tot een bepaald bedrag. Dit bedrag wordt in een Escrow gestort en (geheel of gedeeltelijk) uitgekeerd aan de koper (RWE) als het gedefinieerde risico optreedt en/of aan de verkopers (toenmalige aandeelhouders Essent) aan het eind van de afgesproken looptijd. Voor deze transactie is oorspronkelijk € 800 miljoen ten laste van de verkoopsom in een Escrow gestort (aandeel provincie € 149,7 miljoen).

Ondanks dat het Escrow Fonds in juli 2016 is uitbetaald en geliquideerd, dient de vennootschap nog in stand gehouden te worden tot en met 2019. De reden hiervoor is dat de vennootschap partij is in een aantal juridische overeenkomsten die bij de verkoop van Essent aan RWE zijn afgesloten.

-

Wij bezitten 390.864 aandelen die een boekwaarde vertegenwoordigen van € 19.000. Ultimo 2016 resteert aflossing van tranche D, die tot 2019 wordt voorzien. Tranche C (€ 500 miljoen, aandeel provincie € 93,5 miljoen) is in 2016 afgelost. Tranche D (€ 350 miljoen, aandeel provincie € 68,4 miljoen) mag niet vervroegd worden afgelost en is onder voorwaarden converteerbaar in aandelen Enexis Holding B.V..

Om de overname van het netwerk van Essent door Enexis in 2009 te financieren is een bruglening in het leven geroepen van de aandeelhouders aan Enexis. Deze bedroeg in totaal € 1,8 miljard en bestaat uit vier tranches (A t/m D). Tranches A (€ 450 miljoen), B (€ 500 miljoen) en C (500 miljoen) zijn inmiddels afgelost.

Voor een eenvoudigere coördinatie en beheersbaarheid van de belangen van de aandeelhouders is er voor gekozen deze vennootschap tijdelijk op te zetten. De looptijd van de vennootschap is afhankelijk van het tempo van aflossing en/of herfinanciering.

-

De provincie neemt voor € 3.000 deel in het aandelenkapitaal van Zuiderzeehaven Beheer B.V. Wij hebben € 0,2 miljoen als kapitaal ingebracht in Zuiderzeehaven Ontwikkelingsmaatschappij C.V. Naast de kapitaalinbreng heeft de provincie € 0,7 miljoen als achtergestelde, renteloze lening vertrekt aan de C.V. Tot slot heeft de provincie een zogenoemde Tipp-subsidie van totaal € 2,9 miljoen verstrekt aan de gemeente Kampen, die ten gunste is gebracht aan Zuiderzeehaven Ontwikkelingsmaatschappij C.V. De geprognosticeerde eindwaarde van de grondexploitatie per 31.12.2018 is € 14,8 miljoen.

Het industrieterrein van de Zuiderzeehaven beslaat een oppervlakte van ruim 51 hectare, waar bedrijven in milieucategorie één tot en met vijf zich kunnen vestigen. Medio 2017 is nog 13,3 ha beschikbaar voor uitgifte. Het terrein kan kustvaarders tot 2.000 ton ontvangen, wat mogelijkheden geeft voor de aan- en afvoer via het water.. Met de ingebruikname van de Zuiderzeehaven heeft het goederenvervoer over water in de regio Zwolle een flinke boost gekregen. Samen ontvangen de bedrijven ca. 1.100 schepen per jaar. Enkele jaren geleden waren dat er nog 600. Er zijn ruim 350 mensen aan het werk op de Zuiderzeehaven.

Begin 2017 zijn afspraken gemaakt en contacten gelegd die zicht geven op verkopen in 2017 en 2018 en is een acquisiteur aangesteld om uitvoering te geven aan het marketing- en acquisitieplan In het najaar van 2017 vindt een strategiesessie plaats om de aanpak voor liquidatie per 31 december 2018 te bepalen. Er wordt op gekoerst om alle kavels in 2018 te verkopen en de samenwerking te beëindigen.

www.zuiderzeehaven.nl

Na uitbreiding van het belang in 2016 (van 18,72% naar 19,54%) bezit de provincie Overijssel 29.252.553 aandelen, die een boekwaarde vertegenwoordigen van € 40 miljoen.

Enexis Holding N.V. opereert in een gereguleerde markt, onder toezicht van de Energiekamer. Toezichthouder Autoriteit Consument en Markt (ACM) heeft begin 2016 de maximaal toegestane tarieven voor 2016-2021 vastgesteld. Enexis geeft aan dat hierdoor de tarieven en het rendement van de onderneming onder druk komen te staan.

Binnen deze gereguleerde markt fungeert Enexis als een van onze kernpartners in het programma Nieuwe Energie 2017-2023. De provincie en Enexis werken samen op het gebied van duurzaamheid hetgeen resulteert in een aantal gezamenlijke projecten. Met het Strategisch plan heeft Enexis zich tot doel gesteld om een excellent netbeheer te leveren: betrouwbare, veilige en betaalbare netwerken die tijdig klaar zijn voor de energietransitie, en excellente dienstverlening met als gevolg verlaging van de kosten en de Customer Effort Score. Ze zet zich de komende aantal jaren in op thema's die relevant zijn in het licht van het Energieakkoord én waar Enexis kan helpen versnellen vanuit haar huidige en toekomstige infrastructurele rol. Dit wil zij bij voorkeur doen samen met lokale partners. Daarbij wordt gestreefd naar een goede balans tussen klanttarieven, bedrijfsresultaat en maatschappelijk rendement in de vorm van investering in energietransitie.

www.enexis.nl

Het door de provincie ingebrachte aandelenkapitaal bedraagt € 34,8 miljoen.

Met het verbreden van de opdracht is het totale investeringsbudget van HMO uitgebreid naar € 52,4 miljoen:

- Werklocaties € 36,9 miljoen

- Stadsbeweging 1e tranche € 3 miljoen

- Masterplan fase II gebiedsontwikkeling Kennispark € 12,5 miljoen:

- Transformatie BTC gebouw € 4,5 miljoen

- Realisatie fase 2 The Gallery € 5 miljoen

- HTSP € 3 miljoen

De resterende middelen worden in tranches aan HMO verstrekt. Op basis van een kapitaalbehoefte in de begroting van de HMO, waarin zij aangeeft welke investeringen zij in het komende jaar wil gaan doen, worden de voor dat jaar noodzakelijke investeringsmiddelen ter beschikking gesteld. Hiervoor wordt een liquiditeitsbegroting gemaakt, die onderdeel is van de begroting die wij als aandeelhouder vaststellen.

In 2016 is de opdracht aan de HMO verbreed naar alle typen werklocaties (PS/2016/763 ). Ook de middelen uit het Investeringsvoorstel Stadsbeweging (PS/2016/716) zijn onder de HFO gebracht. De intentie was om in het voorjaar 2017 naar aanleiding van de verbreding van de opdracht het strategisch beleidsplan tot 2022 vast te stellen. Om de volgende redenen is hiermee gewacht. Zoals bij u bekend is de werking van de fondsenstructuur geëvalueerd. Deze evaluatie is rond de zomer afgerond. De provincie is voornemens de HMO onder Houdstermaatschappij Fondsen Overijssel (HFO) te brengen. Daarvoor is het eerst noodzakelijk dat de wisselwerking binnen de HFO productiever wordt. Daarnaast heeft zowel de Raad van Commissarissen van HMO als de provincie zich op het uitgangspunt gesteld dat de effectieve werkwijze van HMO behouden moet blijven en dat dit belangrijk uitgangspunt is voor de integratie van de HMO onder de HFO.

Het jaar 2018 zal in het teken staan van het vraagstuk integratie van de HMO onder de HFO, het strategisch beleidsplan (inclusief uitbreiding projectorganisatie) en het meerjareninvesteringsplan.

www.hmo.nl

De historische kostprijs van het Overijsselse deel in het aandelenkapitaal bedraagt € 0,2 miljoen. Op basis van de jaarrekening 2016 en het pro rata aandeel in het eigen vermogen van BNG correspondeert dat met een waarde van € 6 miljoen. Naast het aandelenkapitaal heeft onze provincie, samen met andere provincies, aan BNG Bank twee hybride leningen verstrekt. Totaal belang € 74,5 miljoen (2015: € 49,5 miljoen en 2016: € 25 miljoen), met als doel versterking van de solvabiliteitspositie van BNG Bank. Dat is nodig als gevolg van gewijzigde wet- en regelgeving (Basel-III) waardoor banken te maken hebben met aangescherpte vermogenseisen. Het eigen vermogen van BNG Bank bedroeg ultimo 2016 € 4.486 miljoen.

Om te kunnen voorzien in goedkope financiering voor overheden is het van belang dat BNG - onder alle omstandigheden - tegen lage rentetarieven kan inkopen. Daarvoor is vertrouwen noodzakelijk van partijen op de geld- en kapitaalmarkt, wat wordt uitgedrukt in een rating. Voor BNG Bank is de rating door Standard & Poor’s (S&P) gelijk aan die van de Nederlandse overheid (AAA). Rating bureau Fitch hanteert AA+ en Moody geeft BNG Aaa. Door deze ratings is BNG in staat invulling te geven aan haar missie. Op de ranglijst van de World’s Safest Banks 2016 bezet de bank, evenals in 2015, de vijfde plaats, net voor de Nederlandse Waterschapsbank NWB. BNG streeft er naar deze positie in 2018 vast te houden.

BNG Bank is in 2015 toegevoegd aan de lijst met instellingen waarvan de obligaties in aanmerking komen voor het opkoopprogramma van de Europese Centrale Bank. Dit is gunstig voor de obligatiehouders, net als het feit dat De Nederlandsche Bank de BNG aanmerkt als nationaal systeemrelevante bank.

Gelet op de voortdurende onzekerheden over onder meer renteontwikkelingen, marktvolatiliteit, ongerealiseerde portefeuilleresultaten, wet- en regelgeving en de effecten van de Brexit doet de Raad van Bestuur van BNG in haar jaarverslag 2016,  geen uitspraken over het te verwachten resultaat voor 2017 (en 2018). De verwachte meerjarige dividenduitkering door BNG blijven wij daarom ramen op nihil.

BNG is voornemens een Energietransitiefinancieringsfaciliteit (EFTT) met een omvang van € 100 miljoen aan achtergestelde leningen in het leven te roepen. De faciliteit biedt een oplossing voor economisch en technologisch gezonde investeringsprojecten, die nu nog worden geconfronteerd met verschillende financieringsknelpunten zoals lange terugverdientijden, beperkte schaal en onbekendheid van de technologie. Openstelling van de faciliteit is voorzien eind 2017.

www.bng.nl

De historische aanschafwaarde van het Overijsselse deel in het aandelenkapitaal bedraagt € 10,2 miljoen.

De fusie tussen ontwikkelingsmaatschappij Oost N.V. en participatiebedrijf PPM Oost tot Oost NL (PS/2017/503) is het gevolg van de wens van de aandeelhouders om de topstructuur te vereenvoudigen, een directe toezichtrelatie op PPM Oost te laten ontstaan en de integratie tussen Oost N.V. en PPM Oost te vergroten. Het betrof een juridische vennootschappelijke fusie zonder (grote) consequenties voor de provincie Overijssel. De fusie leidt niet tot aanpassing van de kaders voor Oost NL, een verandering van zeggenschap of extra financiële risico’s.

Doordat de kleine aandeelhouders van PPM Oost zijn toegetreden als aandeelhouder van Oost NL verwatert het aandeel van de voormalige aandeelhouders van Oost NV enigszins.  De waardering van het aandeel blijft echter gelijk. Toetreding van Universiteit Twente betekent een zwaardere verankering van Oost NL bij de kennisinstelling. Regio Twente is aandeelhouder zolang het Twente Fonds in beheer is van Oost NL. Een nieuwe aandeelhoudersovereenkomst regelt de samenwerking.

Op basis van het meerjarenplan voor de periode 2016 – 2019 stelt Oost NL jaarlijks een activiteitenplan op. Tot 2019 ligt de focus van Oost NL voor Overijssel op nieuwe, technologische internationale businesskansen in de (hightech) maakindustrie en belangrijke toepassingsgebieden zoals gezondheidszorg, agrofood en energie.

In 2018 werkt Oost NL met een nieuwe aandeelhoudersinstructie voor de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROMs), die richting geeft aan het investeringsbeleid van de participatiebedrijven van de vijf ROMs.

Invest-NL

Belangrijke ontwikkeling in de context van Oost NL en de andere vier ROM’s in Nederland is het voornemen van het Ministerie van Economische Zaken (EZ) om een landelijke financierings- en ontwikkelinstelling op te richten:

Invest NL. Deze organisatie wordt opgericht om de gewenste investeringen in bedrijven en projecten mogelijk te maken die vanwege hun risico-rendementsverhouding of lange en onzekere terugverdientijd onvoldoende financiering in de markt kunnen aantrekken. Het Ministerie van EZ belegt de uitoefening van het Rijksaandeelhouderschap van de ROM’s bij Invest-NL. Het Rijk blijft via de minister van EZ aandeelhouder. Uitoefening van de volmacht gaat echter over naar Invest-NL. De wijze waarop deze volmacht zal worden vormgegeven is nog onduidelijk evenals de consequenties daarvan voor de overige aandeelhouders. Invest-NL zou op 1 januari 2018 operationeel moeten zijn.

www.oostnv.nl

www.ppmoost.nl

Wij bezitten 370.632 aandelen die een boekwaarde vertegenwoordigen van € 91.000. Daarnaast is sprake van een achtergestelde lening die per 1 juli 2021 volledig afgelost zal zijn (oorspronkelijk bedrag € 24,3 miljoen; oorspronkelijke looptijd 15 jaar). Verwachte stand per ultimo 2018: € 4,9 miljoen.

Vitens draagt zorg voor betrouwbare  levering van goed drinkwater tegen zo laag mogelijke kosten. Door duurzame inzet van bronnen en middelen kan Vitens hier ook op de lange termijn aan voldoen. Vitens streeft naar Customer Excellence.

Voor de planperiode 2016 - 2020 is een investeringsvolume van circa € 600 miljoen (bruto exclusief bijdragen van derden) voorzien. Dit zijn vooral investeringen in duurzaam beheer (circa € 435 miljoen), zoals renovaties in productielocaties en procesautomatisering. Daarnaast gaat om het vervangen van leidingen, geprognosticeerd op basis van woningbouw en een plan voor sanering en reconstructie van hoofdleidingen. Dit investeringsvolume wordt geleidelijk verhoogd naar een vervangingspercentage van 1% in 2020. Om hiervoor financiering met lage rente aan te kunnen trekken is een solvabiliteitsniveau van ca. 30% vereist

www.vitens.nl

De provincie Overijssel bezit 600 van de 2.389 aandelen welke een boekwaarde van nihil vertegenwoordigen.

De directie van Wadinko heeft in de algemene vergadering (5 juni 2015) haar ambitie voor 2020 aangegeven:

• Voor 2020 bij de Wadinko participaties 5.000 mensen aan het werk te hebben
• Het bevorderen van de kwaliteit van de bedrijvigheid bij ondernemingen. Dit komt tot uiting door het beschikbaar stellen van achtergestelde ondernemingsleningen om  hen in staat stellen versneld te groeien met achtergestelde ondernemersleningen. Daarnaast met het verder uitbouwen van de Wadinko Academie en het Wadinko
  Traineeship
• De huidige activiteiten te continueren met ophoging van de maximale instapgrens voor het aangaan van een participatie naar € 5 miljoen
• Het huidige dividendbeleid te continueren tot 2021
• Een rendement te halen van 4% op eigen vermogen.
• Naast de Academie en Traineeship heeft Wadinko in mei 2017 een nieuwe activiteit gelanceerd. Wadinko gaat inzetten op Human Capital. De behoeften van de participaties van Wadinko zijn/worden onderzocht, wat hebben de bedrijven op dit moment concreet nodig. Contacten met onderwijsinstellingen zijn gelegd. De opzet sluit goed aan bij ons provinciale beleid. Wij zijn aangehaakt, maar zullen de ontwikkelingen nauwlettend volgen.

www.wadinko.nl

De ODIJ heeft een eerste begroting opgesteld voor 2018, ter hoogte van in totaal ca € 9,9 miljoen, waarvan € 9,2 miljoen structureel, op basis van ruim 80 fte voor het primaire proces (PS/2017/345).

De financiering van de ODIJ vindt plaats op basis van input: elke deelnemer betaalt de kosten van de medewerkers die worden ingebracht, vermeerderd met een percentage voor formatieve- en materiële overhead. Omdat ODIJ nog in ontwikkeling is worden nog beperkte wijzigingen in de begroting verwacht. Daarom is ook de bijdrage van de provincie Overijssel aan de ODIJ nog niet vastgesteld , maar deze zal in de orde van grootte van € 1 miljoen per jaar bedragen. De deelnemers zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor eventuele financiële risico’s/tekorten van de ODIJ, naar rato van hun inbreng.

Voor de transitieperiode is een afzonderlijke begroting opgesteld. In principe start de ODIJ op 1 januari 2018 operationeel met een eigen vermogen van € 0.

In de gemeenschappelijke regeling is opgenomen dat de ODIJ een eigen weerstandsvermogen mag opbouwen, met resultaten die jaarlijks behaald worden. Dit weerstandsvermogen is gekoppeld aan een nader door het Algemeen Bestuur te bepalen maximum, passend bij het risicoprofiel van de ODIJ.

Eind 2016 besloot u tot oprichting van de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst IJsselland (PS/2016/968). Deelname is een wettelijke verplichting voor de deelnemers, voor wat betreft het zogenaamde basistakenpakket. Daarnaast hebben de deelnemers de vrijheid om aanvullende taken in te brengen. De deelnemers zijn en blijven bevoegd gezag. Bevoegdheden worden niet gedelegeerd maar in mandaat overgedragen.

ODIJ is opgericht op 22 december 2016. In 2017 vond de nadere uitwerking plaats: het vaststellen van een begroting; het plaatsen van medewerkers en het opstellen van onder meer een sociaal plan en diverse reglementen. De dienst is vanaf 1 januari 2018 operationeel.

--/--

In de voorziening Resultaten gebiedsexploitaties bevindt zich voor ADT per ultimo 2016 een bedrag van € 9,4 miljoen voor:

• Het nadelige effect op de grondexploitatie ad € 9,125 miljoen.

• Te verwachten verplichtingen waarvan het saldo ultimo 2016 € 275 duizend bedraagt (oorspronkelijk € 1 miljoen).

Een risicosimulatie in opdracht van ADT heeft het risico van de grondexploitatie ADT per ultimo 2016 berekend op circa € 7,6 miljoen. Het risico voor de luchthavenexploitatie is berekend op € 1,4 miljoen. Op basis van de herziene grondexploitatie per 1-1-2017 is een risicoreserve van € 9 miljoen afdoende. Omdat wij hierin voor 50% participeren is onder het weerstandsvermogen € 4,5 miljoen risicoreservering opgenomen voor het ADT.

De jaarlijkse actualisatie van de grondexploitatie heeft plaatsgevonden en de afgesproken financiële jaarstukken zijn aan uw Staten verstrekt (PS/2017/351).

Technology Base is een uniek bedrijventerrein  op het gebied van ontwikkelen, testen, demonstreren en produceren van innovatieve producten. De Technology Base beschikt over een eigen luchthaven voor met name zakelijk en recreatief vliegverkeer, en vliegverkeer voor ontmanteling, drones, onderhoud en reparatie. Provincie, gemeente Enschede en ADT werken, in samenwerking met de regio, aan deze ontwikkeling.

In maart 2017 is het luchthavenbesluit door u genomen en is Twente Airport geopend. ADT neemt de exploitatie ter hand. In 2018 verwachten we een verdere ontwikkeling en groei van Twente Airport.

Met de vaststelling van de bestemmingsplannen van de gemeente Enschede (naar verwachting tweede helft 2017) zijn ook de ruimtelijke kaders gereed en kan ADT bedrijven faciliteren die een positieve bijdrage leveren aan de Twentse economie.

De verkoop van woningbouwprojecten Prins Bernhardpark, Fokkerweg en Overmaat alsmede Zuidkamp (en de rest van ’t Vanecker) verloopt boven verwachting.

De EHS-hectares die deel uitmaken van het gebied zijn door ADT ingericht en aan ons opgeleverd. ADT nam tot 2017 het tijdelijke beheer op zich. Per 2018 wordt dit belegd bij een nieuwe beheerder.

Samen met Enschede en ADT heroriënteren we ons op dit moment op de ontwikkelstrategie van de gebiedsontwikkeling. Daarin gaat het om governance, zeggenschap, eigendomsverhoudingen, kaders, etc. Dit zal naar verwachting in 2018 leiden tot wijzigingen in hoe de gebiedsontwikkeling georganiseerd wordt.

www.adttwente.nl

www.technologybase.nl

De grondexploitatie van RBT per 01.01.2017 geeft een stand van € -24,7 miljoen netto contante waarde. De provinciale jaarrekening 2016 is gebaseerd op de conceptgrondexploitatie van RBT van € -24,1 miljoen netto contante waarde. Het provinciale aandeel (23%) in dit tekort - zijnde €5,5 miljoen -  is opgenomen in de voorziening Resultaten gebiedsexploitaties. Ons aandeel in de verslechtering van de grondexploitatie met € 600 duizend is € 138 duizend. Dit zal nog leiden tot het ophogen van de voorziening.

Bij vaststelling van de jaarstukken 2015 heeft het Algemeen Bestuur besloten om de kosten van parkmanagement en bovenwijkse voorzieningen niet langer in de grondexploitatie mee te nemen,  maar te activeren op de balans en af te schrijven over een periode van twintigjaar. Deze werkwijze is in lijn met recent gewijzigde vereisten van de BBV. De kosten worden geraamd op € 152 duizend per jaar tot het eind van de looptijd van het XL Businesspark Twente. De provincie heeft de dekking voor de eerste vijf jaar 2017-2021 geregeld, inclusief 2% rente. Na vijf jaar vindt een evaluatie plaats, waarna een nieuw voorstel volgt. Dit alles overeenkomstig uw besluit op het Statenvoorstel Dekking investeringen Regionaal Bedrijventerrein Twente (PS/2016/985).

Ten tijde van het opstellen van de begroting zal het Algemeen Bestuur besluiten of zij, conform de door uw aangenomen motie Van de Heuvel (PS/2017/394) over wil gaan van een gemengde regeling naar een collegeregeling. Als het Algemeen Bestuur hiertoe besluit zal dit nog in 2017 geëffectueerd worden.

Het jaar 2018 zal in het teken staan van het benutten van de potentie van het XL Businesspark Twente als toplocatie voor grote ruimtevragers. Dit is van belang voor de werkgelegenheid en voor een concurrerend Twente als regio.

http://xlpark.nl/

Om invulling te geven aan de verantwoordelijkheid van de Leemtewet bepaalt de wet (art. 15.44 Wm) dat uw Staten een heffing instellen ter bestrijding van de kosten van de nazorg¬maatregelen bij stortplaatsen waar na 1 september 1996 nog afval gestort wordt. Deze heffing wordt bij belastingverordening opgelegd aan de exploitanten van de stortplaatsen in Overijssel. Uw Staten hebben deze belastingverordening op 30 maart 1999 vastgesteld. Wij zijn verplicht de opbrengsten van de heffing af te dragen aan het ‘Fonds nazorg gesloten stortplaatsen Overijssel’.

Sinds enkele jaren is de bijbehorende tarieventabel buiten werking gesteld, omdat tot 2016 de verwachting was dat de omvang van het fonds en de verwachte rendementen voldoende zouden zijn om de vereiste doelvermogens te realiseren. Dit laatste is niet meer het geval, zie de aanvullende toelichting bij bijzonderheden.

Eind 2013 is besloten om het aanwezige vermogen onder te brengen bij Schretlen en Co uit Amsterdam. Schretlen is een professionele belegger en maakt sinds 2015 volledig deel van de Rabobank. Door Schretlen is circa € 9 miljoen belegd in aandelen en obligaties. De resterende € 3 miljoen wordt als liquide middelen aangehouden.

Gelet op de huidige rentetarieven is het hoogst onzeker of het afgesproken te behalen rendement van 5,06% gerealiseerd kan worden. Naar het zich laat aanzien zullen de stortvolumes in 2017 blijven afnemen. Dit zal tot gevolg hebben dat de stortlocaties langer open zullen blijven dan voorzien. Dit kan gevolgen hebben voor de opbouw van de vereiste doelvermogens.

De voor de stortlocaties opgestelde nazorgplannen zijn in 2016 geheel herzien. Hierbij heeft tevens een herberekening van de vereiste doelvermogens plaatsgevonden. Voor de locatie Elhorst Vloedbelt is het vereiste doelvermogen zodanig gewijzigd dat de verwachting is dat dit niet gerealiseerd zal worden door de rente inkomsten. Voor de andere twee locaties is de verwachting dat het vereiste doelvermogen gerealiseerd gaat worden.

Door vermogensbeheerder Rabobank, is een langjarig prognose rendement afgegeven van 3,1%. Op basis van dit rendement en het nu aanwezige vermogen voor de locatie Elhorst Vloedbelt is de verwachting dat er in 2082 nog een tekort is van circa € 5,5 miljoen. Door Twence een jaarlijkse heffing van € 40.000 op te leggen in combinatie met een prognose rendement van 3,1% zal het vereiste doelvermogen voor de locatie Elhorst Vloedbelt gerealiseerd kunnen worden.

-

Op 9 september 2014 hebben Gedeputeerde Staten ingestemd met het afgeven van een borgstelling ter hoogte van € 0,6 miljoen aan het IPO voor een lening van BNG, ten behoeve van de overbrugging van de verhuizing naar en inrichting van nieuwe kantoorruimte van het IPO. De stand van de garantstelling per 31 december 2016 is € 0,48 miljoen. De garantstelling vervalt op 15 oktober 2024. Aflossing en rente verloopt via de jaarlijkse provinciale bijdragen aan het IPO. Bij een eventueel inroepen van de garantstelling wordt het effect voor Overijssel verrekend met de IPO-bijdrage.

In 2016 heeft betaling van de tweede termijn plaatsgevonden, waardoor de hoogte van de garantstelling ook navenant lager wordt en uitkomt op € 0,48 miljoen.

www.ipo.nl